donderdag 18 februari 2016

#back to school: Een missie van 3000 woorden


Daar zat ik dan, met dit spel voor mijn neus. Aan een tafel met nog vier moeders. En in het lokaal zaten er verder zeker nog 12, van allerlei nationaliteiten. Maar wel allemaal met hetzelfde doel. Het steunen van hun kind in zijn of haar ontwikkeling. In het bijzonder de ontwikkeling van taal. Want woorden kennen en kunnen gebruiken is essentieel in onze samenleving. Na een korte en enthousiaste uitleg gingen alle groepen aan de slag, ook die waar ik in zat. Er moest in dit spel met een dobbelsteen gegooid worden en woorden worden weggestreept. Ik bakte er natuurlijk niks van, want ik vond het gesprek aan tafel veel te interessant om geconcentreerd met het spel bezig te zijn.

Er was niet veel voor nodig om van de moeders los te krijgen waarom ze in deze groep zaten. In mijn hoofd zitten dan allerlei aangeleerde rationalisaties over het belang van betrokkenheid van ouders. Maar de antwoorden van de moeders kwamen uit hun hart. Veel mooier! 'Mijn zoon is zo trots op mij. Dat ik ook naar school ga en Nederlandse woorden leer. Net als hij'. En een andere moeder vertelde hoe moeilijk ze het vond om de Nederlandse woorden te leren. En dat ze het nog steeds niet goed kon. Maar moeder gebruikte ondertussen wel het woord 'woordenschat'. Kom daar maar eens om in een willekeurige supermarkt.

Een woordenschat van 3000 woorden om precies te zijn, want dan kent een kind in ieder geval genoeg worden om zich op school verder te kunnen ontwikkelen. Dat heet Basiswoordenschat. Een mooi Nederlands woord, waaruit blijkt dat er goed over na is gedacht. Want deze moeders kregen allemaal, net als ik het spel mee naar huis. Om het thuis te kunnen spelen met hun kinderen. Die dat dus ook leuk vinden en daar heel blij mee zijn. Daar kan toch geen definitie van ouderbetrokkenheid tegen op?

Later die ochtend, nadat ik veel groepen kinderen aan het werk had gezien, begreep ik nog beter waarom het lokaal met die ouders zo vol zat. En waarom die kinderen zo blij zijn met de materialen die mee naar huis komen. In alle groepen zag ik kinderen met het puntje van de tong tussen de lippen aan het werk. Of het nou de kinderen in de kleutergroep waren die roodkapje aan het tekenen waren en mij graag uit wilden leggen waarom de wolf in hun werkje zo groot was. Of de kinderen in de bovenbouw, die zelfstandig met hun weektaak aan de gang waren. De kinderen in de kring, die mochten vertellen welke gereedschappen er in de meegebrachte gereedschapskist zaten. En ook de kinderen die net instructie van hun juf kregen over de hectometer. Allemaal bewust en enthousiast bezig met leren.

De klapper van dit bezoek zat voor mij in het slot. Een afrondend gesprek met de leiding van de Annie MG Schmidtschool en OLV Lourdesschool waar ik dit meemaakte. 'Ja, Manon. We zijn eerst nogal druk met sommige ouders mee te nemen in het idee dat kinderen mogen spelen, vies worden en dat er niet direct ongelukken gebeuren als je dat toestaat. Dat ze geen helm ophoeven op het plein. In best veel gezinnen is geen enkel speelgoed in huis. Zo'n meegenomen spel dat jij vanochtend hebt gezien, is hier dus echt nodig'. BENG! dan komt toch even heel hard bij me binnen welke opdracht scholen als deze hebben. En hoe knap het is dat alle kinderen en ouders die ik gezien heb bezig zijn van en met elkaar te leren. Mooi, om weer even door deze beide teams en directie op aarde te zijn gezet. Onder de indruk van de vrolijke en positieve sfeer in de gangen en in de groepen. Het kan niet anders, of daar wordt dagelijks intensief door de teams aan gewerkt. Op naar het volgende schoolbezoek!