maandag 13 november 2017

lesgeven in de stad die nooit slaapt

We zijn terug van een intensieve en inspirerende studiereis. Met een geweldige groep leerkrachten, ondersteuners en directeuren op bezoek geweest bij zogenaamde Essential Schools in Boston en New York. Scholen die zoveel mogelijk alle kinderen die aankloppen een passend aanbod doen. Juist omdat er verschillen in kansen en mogelijkheden tussen kinderen zijn, gelijkwaardigheid (equity) nastreven. Op deze scholen doen ze dat vanuit de Essentials, zogenaamde kernwaarden. Dat levert interessante keuzes op zoals een minder breed, maar veel dieper onderwijsprogramma waarin leerlingen zichtbaar betrokken met hun eigen leren bezig zijn. Kinderen die zo in hun werk en activiteiten zitten, dat het er vanaf spat.



Onder de indruk was ik onder andere op Mission Hill public school. Ik hoorde een zesjarig meisje aan haar groep en aan haar leerkracht uitleggen wat het betekent als je 'confident' bent. En hoe dat dan voelt. Dat kwam er schijnbaar 'zomaar' uit, toen de leerkracht vroeg naar een plaat, een illustratie bij een verhaal. Die was van het boomhuis dat de jongen in het verhaal had gebouwd. Op H.W. Parker Charter Essential School kon een meisje van 15 ons uitstekend uitleggen, aan de hand van haar portfolio, wat ze ontdekt had over haar manier van leren. Dat ze leerde, na een goede instructie van haar docent, door te onderzoeken en praktisch te doen. Geen sneu verhaal over hoe ze helaas niet in staat was naar de universiteit te gaan, maar een eigen plan over wat ze wilde worden door met haar handen en hoofd te werken. Ze blies ons omver met haar zelfkennis en gevonden kracht.


Van de allerkleintjes op Castle Bridge School, waar de leerkrachten door middel van co-teaching inclusief onderwijs verzorgen. Tot de leerlingen van Boston Arts College die soms letterlijk van de straat op een podium komen te staan. En de hele ouderpopulatie die de school draagt. Een kans voor je kind om iets van zichzelf te maken in een omgeving waar je niets kado krijgt. Met leerkrachten die hun vak zo goed verstaan, dat de ontwikkeling van de kinderen uitstekend is. We hebben genoten en ontzettend veel geleerd. De kinderen gelukkig ook. En dat is in een land waar vooral het recht van de sterkste geldt, heel erg nodig.

New York is niet alleen een stad die nooit slaapt (de sirenes toeteren nog na in mijn oren) en de onbegrensde mogelijkheden. Ook een stad van extreme uitersten. Geen middenklasse, want die is totaal verdwenen. Arm, heel arm of rijk tot heel heel rijk. Niks ertussen. Mensen die hopen dat het beter wordt, of kinderen die zelf een brief schrijven aan de president om dat ook te vragen. Dappere kinderen, maar ik heb toch maar zijn naam weggehaald op de foto in deze blog.

Een stad die binnenkomt. En mij zo nu en dan ook echt afstoot. Moeite om door een chique winkelstraat te lopen, met aan de ene kant van de stoep vuilnis en aan de andere kant slapende daklozen. Op de laatste middag heb ik daarom erg genoten van Central Park. Met een gids die vol vuur vertelde hoe het zover gekomen was dat er zo’n groot park midden in de stad is. Bedoeld voor verbroedering, die ook in het Amerika van de 19e eeuw niet spontaan tot stand kwam. Romantische gedachte die smeltkroes van culturen. De huidige diversiteit is ook gewoon door hard werk en tijd tot stand gekomen en niet zomaar aan komen spoelen bij het Vrijheidsbeeld. En rond het aanwezige water (Kennedy reservoir) natuurlijk fanatiek rennende joggers in de morgen. Net als in de film. Door de jetlag de titel kwijt, vrees ik.



'Tell me your thoughts'. Op de scholen die we bezocht hebben in Amerika zijn leerkrachten meer dan goed in het stellen van echte vragen aan kinderen. En even geïnteresseerd in het antwoord van het kind. Het tempo in het luisteren en met (niet tegen) elkaar praten ligt lager en de diepgang van het leren was er veel groter. Nu we weer thuis zijn gaan we met elkaar doorpraten over hoe we in onze scholen de balans kunnen terugbrengen tussen ‘meten is weten’ en ‘less is more’. 
Mooi werk. Echt dankbaar om met zo'n grote en diverse groep een reis te kunnen maken die ons echt gaat helpen. Het was het meer dan waard. Nu de jetlag nog ;-)


donderdag 2 november 2017

#back to school: een opruimvergissing



Onlangs was ik te gast in een kleutergroep. Of eigenlijk twee. Annemarie en Jacomine leiden beiden een onderbouwgroep, maar werken ook intensief samen. Dat betekent dat de schuifwand tussen hun lokalen regelmatig open gaat. En alle kleuters spelen dan samen. Ze zijn aan het bouwen, of aan het tekenen of met elkaar aan het praten. Dat was wat ik zag, toen ik op een middag hun ruimte binnenliep. 'Oh jee, nu kom je juist op het MEEST rommelige moment', zeiden beide leerkrachten toen ik hen begroette. Maar ik vond het juist een verademing. Even met de voeten in de klei. Geen voor mij bedacht of opgeleukt programma. Gewoon twee vrouwen, die met hart en ziel met kleuters werken en daar iedere dag een gedeelde visie over in praktijk brengen.  Heerlijk om daar even wat van mee te mogen pikken. En kinderen die met zichtbaar vertrouwen en plezier bezig zijn.

Er kwam ondertussen een jongetje bij ons staan, dat zijn tekening liet zien. Annemarie zei hem: 'je hebt hard gewerkt. Ik vind dat je ook nog de mond van de spin kunt inkleuren. Kijk maar, hier is het nog wit'. Het jongetje ging weer zitten en was direct weer aan het kleuren. Hij kreeg hulp van wat andere kinderen. Rondkijkend, zag ik dat de kleuters diverse interpretaties van de spin hadden gemaakt. Vanwege de kinderboekenweek waren ze vorige week met de Gruffalo bezig geweest. En nu met het volgende griezelige ding: een grote kruisspin. Annemarie en Jacomine legden uit wat het startpunt was geweest voor deze opdracht. En lieten me het voorbeeld van de grote spin die zij met de kleuters hadden bekeken. Hun visie is dat iedere kleuter een beredeneerd aanbod krijgt waardoor het kind zich spelenderwijs, maar wel gericht, kan ontwikkelen. En inderdaad, voor ieder kind dat zich bij hen meldde, kwam een net iets andere aanwijzing om misschien nog even dit of dat te doen.

Zo werd mij al snel duidelijk dat Annemarie en Jacomine een goed zicht hebben op hun groep. En kinderen op maat weten te begeleiden en materiaal aanreiken. Erg mooi om te zien en ook bemoedigend. Het kan dus wel, differentiëren binnen de groep zonder niveaugroepen of andere structuuroplossingen. Spelen en gericht ontwikkelen tegelijk. Zonder identiek getekende spinnen, die via een strak proces allemaal in het gelid aan een touwtje in het lokaal hangen. Daar krijg ik het altijd een beetje benauwd van. Dat iedereen, inclusief leerkracht en kind hard gewerkt heeft, maar er geen ruimte is voor 'anders' of  'eigen'. Niet alleen voer voor een discussie, maar ook voor psychologen - de mijne in dit geval. Maar die kant gaan we in deze blog maar niet uit.

Want wat verder opviel, was dat ook de groep kleuters echt een groep was. Met, hoe jong de deelnemers ook zijn, verantwoordelijkheden. Toen de tijd van het vrij spelen was afgelopen moest er namelijk worden opgeruimd. Dat deden ook alle kleuters. Binnen vijf minuten was het hele lokaal spik en span. Het bracht me terug naar mijn eigen tijd als stagiaire, ooit. Waarbij ik tegen de kinderen zei: we gaan nu aan de slag. En dat ze dat vervolgens ook gewoon deden. En dat ik minstens 5 minuten verbijsterd was dat het zo simpel kon zijn.

Zo ging het hier ook. Ik heb met bewondering zitten kijken. In no-time zaten alle kinderen in de kring en bespraken hoe het spelen en opruimen was gegaan. Ze konden goed verwoorden. Wat er goed ging en wat er beter kon. Het mooiste vond ik dat ze ook zo hun eigen spelregels hadden gemaakt. Als er helemaal volgens de samen gemaakte spelregels was gespeeld en opgeruimd, hadden de kinderen gewonnen. En anders de juf. En verder hadden de kleuters zelf bedacht dat ze dan niet meer dan twee opruimvergissingen mochten maken. Een opruimvergissing? Ja, bijvoorbeeld als je weet dat de deksel op de doos met blokken moet. Maar dat je die er dan per ongeluk naast laat liggen. Dat is een opruimvergissing. 'Logisch', zei ik.

Ik heb het toen ik 's avonds thuis kwam, besproken met mijn pubers. Die wilden er natuurlijk niet meer aan en vonden mij ook veel te idealistisch. Zo ging het echt niet in hun kleuterklas. Maar ik had het toevallig wel zelf zien gebeuren vandaag, dat het wel kon. Dat leverde een mooi gesprek tijdens het eten op. En natuurlijk is ook het proces dat deze kleuters zelf met hun juf over deze werkwijzen hebben doorlopen en bedacht, de eigenlijke kern van de oplossing. Het gaat dus niet om de uitkomst an sich. Het gaat er om dat je voor de onverwachte dingen die er gaandeweg gebeuren, nieuwe woorden en afspraken bedenkt en die met elkaar deelt. Zoals opruimvergissing of kloktijd.

En nee, juf Annemarie en juf Jacomine. Ik kwam dus niet op het verkeerde, maar op een heel goed moment. Twee leerkrachten in de praktijk bezig. Die niet alleen het overzicht en de kalmte bewaren, maar dan ook nog in staat zijn om ieder kind gericht en op maat aandacht te geven. Waar het dan ook maar is in de groep. Petje af! #hiergraagmeervan


maandag 30 oktober 2017

Het stuur uit handen

Hoe kan het toch zover komen dat ik volgende week vrijwillig in een vliegtuig stap, voor mijn werk? Ik hou namelijk echt niet van vliegen, waarbij ik als slap excuus een wispelturig evenwichtsorgaan kan noemen. Maar ik ben natuurlijk ook gewoon een controlefreak die het stuur niet zomaar uit handen geeft. En met deen dag stug doorwerken op je school of kantoor kan ook veel bereikt kan worden, toch? Ook heb ik mijzelf en mijn omgeving de vraag gesteld of we letterlijk zover moeten gaan om nieuwe kennis en kunde te kunnen oogsten. Uiteindelijk is die vraag beargumenteerd beantwoord met 'ja'.
Ja, omdat we nieuwe kennis en kunde nodig hebben voor onze opdracht, die ook niet volledig voor het oprapen ligt in onze directe omgeving. Belangrijk is ook om samen te leren en een een echt beter perspectief op leren en onderwijs geven te ontwikkelen. Maar dan moeten we het echt wel samen gaan doen, met alle betrokkenen bij onderwijs. Daarom kozen we ervoor om met een groep van directeuren, leerkrachten en ondersteuners te gaan. Deze eerste groep heeft als opdracht het pad te effenen. Om een manier van werken te ontwikkelen waardoor deze nieuwe kennis en kunde opgehaald en gedeeld wordt met veel meer mensen dan er op reis gaan. De groep heeft ook als opdracht een studiedag te ontwerpen waar dit actief gebeurt. En het stokje door te geven aan een volgende groep. Niet een wisselbeker, maar een wisselreis.
We hebben gemerkt dat we in de ontwikkeling van kennis en kunde over onderwijs nieuwe stappen moeten zetten. De vragen die we daarbij de komende jaren hebben zijn:
  • Hoe verhogen we de leerwinst (in de brede zin van het woord) van alle kinderen die naar onze scholen gaan?
  • Hoe organiseren we het onderwijs zo, dat leerkrachten en ondersteuners die opdracht ook waar kunnen maken? Met een verhoging van de werklust, in plaats van werkdruk.
  • En hoe richten we onze staforganisatie zo in, dat teams ook dagelijks gesteund worden door goede interne adviseurs die meedenken met de schoolontwikkeling.
Twee weken geleden vond de startbijeenkomst van de eerste groep reizigers plaats. Enthousiaste mensen, die goed konden verwoorden wat ze als leervraag meenemen op hun reis. Vaak kwam naar voren 'inspiratie opdoen, om het onderwijs opnieuw vorm te kunnen geven'. Mooi, daar kunnen we alleen maar voor zijn. De controlefreak in mij wil natuurlijk ook zeker weten dat dit kinderen en leerkrachten ook duurzaam gaat helpen, na de reis. Mijn eigen bestuurlijke leervraag heb ik dus geformuleerd als: hoe maken we ontwikkeling van kinderen duurzaam en zichtbaar als leerwinst op een eigentijdse manier? We willen weten dat we het goed doen, maar daar ook verantwoording over afleggen. Altijd.

Deze overwegingen leiden er toe dat ik ondanks mijn eerste aarzelingen in het vliegtuig zal stappen. Op zoek naar nieuwe wegen. Op weg naar kansengelijkheid ben ik altijd bereid de 'plek der moeite in te gaan'. Dat is sowieso nodig om de pedagogische dimensie in ons werk te herstellen. En zo komen de zoektocht naar een nieuwe pedagogisch-didactische dimensie en het vliegtuig voor mij toch weer bij elkaar. Ik heb voor het belang van de ontwikkeling van kinderen en leerkrachten (bijna) alles over. Zelfs vliegen.


http://nivoz.nl/artikelen/herstel-van-de-pedagogische-dimensie-in-de-ontwikkeling-van-mens-en-wereld/



dinsdag 1 augustus 2017

Spendanalyse? Dit kan toch niet waar zijn?!





Gisteren was niet zo'n fijne dag. Hebben we allemaal wel eens. Bestuurders ook. Ik roep ook altijd dat sommige dingen in het werk gewoon corvee zijn. Net als vroeger met de afwas op de camping, snel en deskundig afhandelen en weer leuke dingen gaan doen. Heb je er het minste last van.

Gisteren had ik een corvee dag. Helemaal niet erg, ik begon er met opgewekt gemoed aan. Gelukkig is wat de een corvee vindt, voor de ander de topklus van de week. Wat mijn corvee is? De jaarverslaglegging van de stichting. Ik wil heel graag dat het klopt, vind het ook essentieel dat alles duidelijk is want het gaat tenslotte om maatschappelijk geld. Maar leuk vind ik het niet en dat gaat ook nooit gebeuren. Ik heb het liever over wat we met dat geld kunnen doen voor kinderen en leerkrachten. Maar dat kan dan weer als de jaarverslaglegging op orde is. Kortom, niet mauwen maar poetsen.

Er zijn namelijk mensen die het gereedmaken van de jaarstukken als een topklus ervaren. De accountant bijvoorbeeld, die met twee man sterk aan het einde van de middag mijn kantoor binnenwandelden. Strak in het pak, maar vermoeid. Want het was erg druk op kantoor door alle controle-protocollen en uitval van mensen. Na wat obligate opmerkingen over de grote foto met kind aan mijn muur (nee, niet mijn kind, wel een artistieke foto gemaakt door een afgestudeerde pabo-student die ook Minerva deed) kwam het hoge woord eruit. De jaarstukken waren nog niet af. En dat is zelfs als je het een topklus vindt, niet waar je blij van wordt.

Ze zagen er ook niet blij uit, deze accountants. Want een van de zaken die niet in orde was, waren vier facturen die niet door de spendanalyse waren gekomen. Spendanalyse? Ja, een analyse van waar de stichting haar geld aan uitgeeft. Dus naast de interne dubbele check op de digitale facturering met crediteurencheck door een derde persoon en het vierogen principe bij de fiattering van de betalingen, gaan we extern nog meer controleren? Ja, klopt. Hoe gaat dat in het werk? Dat betekent dat we random facturen gaan trekken uit de database. En dan vragen we diegene die de factuur geboekt heeft aan te tonen dat de uitgave ook werkelijk heeft plaatsgevonden.

Je denkt misschien, dan check je dat toch even? Nou, er komt bijvoorbeeld een factuur uit de steekproef van een aangeschaft whiteboard. Dan is het dus de bedoeling dat er een foto gemaakt wordt van het whiteboard op de school waarvoor het is aangeschaft. En als bewijslast naar de accountant worden geupload. Bij deze mijn upload, ik heb er vanochtend maar wat tekstuele reflectie aan toegevoegd. Gratis, er is dus geen factuur van deze dienstverlening van mij aan de accountant die in de volgende spendanalyse zou kunnen opduiken.

Mijn verstand stond bij de vasthoudendheid van de accountant over de noodzaak van deze verantwoording even stil. Ik dacht namelijk nog steeds dat de kern van de bestuurlijke verantwoording ging over WAT er op de borden stond. Geven we wel goed onderwijs? Illusie armer. De tweede factuur ging over de inzet van de interim manager financien die uiteraard bij dit gesprek aanwezig was. Verleende deze functionaris wel echt dienstverlening aan de stichting op het gebied van financien? Dit was het moment dat ik eigenlijk een foto wilde maken van het gezelschap aan tafel. Een foto van de interimmer financien naast de accountants tegenover mij. Als bewijs dat er feitelijk dienstverlening plaatsvond. Op mijn kamer, van de stichting. De verdediging van de accountant mbt deze in mijn ogen bizarre onderzoeksvraag was: hieruit blijkt wel dat de spendanalyse ad random gebeurt.

Voor de nadere toelichting over hoe vreselijk het huidige controleprotocol in elkaar zit heb
 ik bedankt. Toen ik hoorde dat het beeld van de accountants is dat het zo erg geworden is, omdat wij als bestuurders landelijk geen tegengas geven heb ik zelfs niet gezegd dat ik dit externe attributie vond. Ik heb wel beloofd dat ik er een blog over zou schrijven. Zonder naam en toenaam, maar om mijn verbijstering weer van me af te kunnen schudden.

Dit kan toch niet waar zijn? Waar zijn we in beland? Volgens mij wordt het tijd voor het toevoegen van een paar nieuwe woorden aan het vocabulaire voor onderwijsbesturen. Zoals 'verantwoordingswaanzin' en 'managementillusie'.

Gelukkig mag ik vandaag weer aan de slag met relevante en inspirerende zaken.


woensdag 12 juli 2017

Niet zo welkom

In de stad waar ik werk, staan heel veel scholen. In iedere wijk meerdere, zodat er wat te kiezen valt voor ouders. We hebben de scholen gevraagd samen te werken, in plaats van de tent uit te vechten in de slag om de leerling. Of omdat je je eigen school beter vindt dan die van een ander. Misschien past de ene school wel beter bij je, dan de ander. Dat mag en moet ook.

Basisscholen bestaan van overheidsgeld. Zo bedacht en ingericht omdat het naar school gaan voor alle kinderen belangrijk is. Mensen die in het onderwijs werken, zijn zich dus bewust van dat ze hun werk doen voor alle kinderen en in dienst van de maatschappij. Dacht ik.

Niet dus. Ergens in de stad staan twee scholen, gebouwd in de vorige eeuw. De kinderen krijgen les in verschillende lokalen en gebouwen, het is een paar lokalen hier en een paar lokalen daar. En een plein ertussen. Te gebruiken door twee scholen en schoolbesturen. De ene keer zijn er wat meer kinderen van de ene en dan een paar jaar later weer van de andere school. Vestzak, broekzak - want allemaal maatschappelijk geld, zou je denken.

Niets is minder waar. Sinds een paar jaar mogen de kinderen van de ene school, op last van het bestuur van de andere school, niet meer over het schoolplein van de andere school lopen. Ook niet als het de kortste of de veiligste route is. Het beleid is op schrift gesteld en aan onze school medegedeeld. Voorbeelden van de gebruikte argumenten: 'deze kinderen vallen niet onder ons bevoegd gezag. Wij zijn juridisch eigenaar van het plein. Wij mogen bepalen wie er over ons plein loopt'.

Het blijkt mogelijk om met het juridisch gezag heel selectief om te gaan. De postbode mag er wel over heen lopen. De logopediste en de mensen uit het wijkteam wordt geen strobreed in de weg gelegd als ze de school willen bezoeken. Iemand uit de buurt die op het bankje een krantje wil lezen? Van harte welkom!

De kinderen van onze school echter niet. Ook niet onder begeleiding van hun leerkracht. Zo werd zelfs een leerkracht door een naar buiten rennende collega-juf een halt toe geroepen. Het feit dat dit op dat moment de veiligste weg was naar de andere school, omdat de weg die om de school loopt opengebroken was ivm het vervangen van de gasleidingen, deed niet ter zake.

Om het eigenaarschap en de machtsverhoudingen nog wat duidelijker te markeren, doet de leidinggevende van de rennende juf er sinds die tijd nog een schepje bovenop. Hij laat dagelijks de kinderen van zijn school voor de ramen van de klaslokalen van de buren spelen. Het is immers zijn plein! En pauze is pauze, ook als de andere kinderen net geconcentreerd met rekenen bezig zijn. Tikkertje krijgt zo een heel nieuwe betekenis.

Navraag bij de gemeente leverde de informatie op, dat de juridische verhoudingen inderdaad zo zijn. Wie het plein heeft, bepaalt. En dus ook wie er welkom is. Jammer dan. Ook als het onveilige toestanden of rare situaties oplevert die je niet uit kunt leggen aan een kind of ouder. 'Regels zijn regels'. Aan die uitspraak heb ik een pesthekel. Omdat ie bijna altijd gebruikt wordt voor dingen die te krankzinnig zijn voor woorden.

Je bent kind en niet welkom. Voor sommige van deze kinderen is dat niet de eerste keer en dus ook niet de laatste keer in hun leven. Wat we er aan gaan doen? Niet zoveel. Ik kreeg over deze situatie het goedbedoelde advies een hek te laten plaatsen, zodat de kinderen in ieder geval op hun eigen plein kunnen spelen en kunnen doorwerken als de andere school pauze heeft. Wat een treurnis. Ik schaam me. Ook plaatsvervangend. Er komt geen hek, natuurlijk. Wel een hartgrondig pleidooi voor normale bestuurlijke verhoudingen in het belang van kinderen. Sommige kinderen komen nu eenmaal met de denkbeeldige ooievaar, en sommige met een boot. Die laatste groep kondigt zich niet 9 maanden ervoor al aan. Laten we gewoon ons werk gaan doen.




woensdag 12 april 2017

#back to school: Wake-up call



Wake-up call

Soms krijg je die, over je gezondheid of over hoe je je werk doet. Die van mij kwam van een van onze directeuren. Over dat we weliswaar mooi aan de dag timmeren met onze ambitie voor het onderwijs, maar dat in de scholen en groepen de werkelijkheid gewoon doorgaat. En dat leerkrachten daar graag iets over willen vertellen. Aan mij, bijvoorbeeld.

Het geluid over afstand tussen bestuur en werkvloer ken ik maar al te goed. Ooit begon ik zelf als docent en vond dat het bestuur geen recht deed aan jonge leerkrachten die de tent draaiende hielden. In al mijn jeugdige overmoed schreef ik een brief, maakte bezwaar tegen de ingezette koers. Of het indruk maakte? Denk het niet. Wel op mij overigens, anders had ik mijn eigen actie na bijna 25 jaar niet meer geweten.

Met de weer wakker geworden rebellie van toen gooide ik mijn agenda leeg en ging op bezoek bij de Julianaschool. Met tot mijn opluchting geen speciaal voor mij in elkaar gezet programma, maar de mogelijkheid aan te schuiven en mee te doen. Kennis te nemen van wat er al gaande was. Een les Engels met de kleuters, ontdekkend leren in de bovenbouw en een gesprek met de IB-er. Anoniem luistervink in de hal zijn, zittend op een bankje horen welke vragen ouders bij binnenkomst stellen. En aan wie. En ondertussen natuurlijk ook een foto maken van wat de school deelt met ouders over onderwijs. In een vitrine met werk van kinderen trof ik bovenstaande boodschap: talenten kunnen ontwikkelen.

Met twee op zichzelf simpele vragen kwam ik die ochtend door. Wat wil je met me delen waar je blij van wordt? Of: waar baal je zo erg van dat ik het echt moet weten. Aan de tweede vraag kwam ik niet eens toe. Wel was het erg duidelijk waar mensen blij van werden. Van ruimte om zelf stappen te mogen zetten. Er kwam geen duur extern advies of begeleiding aan te pas om tot keuzes te komen voor ontdekkend leren. Bevlogen leerkrachten met een visie die tegen hun directeur en collega's zeggen; die kant willen we uit! Het iXperium betrekken om tot nieuwe expertise te komen.

En dan gewoon gaan doen. Stap voor stap, maar zeker ook niet te bang. Toewijding, kreeg ik vandaag te zien. Van de leerkracht in de onderbouw, die het aandurfde om te onderzoeken of het kon, Engels en kleuters. En of zij dat kon. Mooi om te zien. Een groep kleuters die zichtbaar trots was op wat ze kunnen, maar vooral ook heel veel plezier in de les hebben ondertussen. Uitgedaagd worden om nieuwe dingen te leren. En dat dan voor alle kinderen en collega's.

Inspiratie kreeg ik van de leerkracht in de bovenbouw, die vertelde hoe ze vanuit een eigen visie op leren samen met een collega de discussie met hun team, directeur en ouders aangezwengeld had. Een nieuwe frisse visie, waar kinderen zichtbaar warm voor lopen omdat ze zelf regie over hun leerproces nemen. Met spannende opdrachten, waar de nieuwsgierigheid geprikkeld wordt om verder te gaan dan het boekje. Ook voor de leerkrachten, die zich zonder uitzondering enthousiast uitlieten over de ingezette koers.

Doortastendheid kreeg ik als toetje van de IB-er, die overzicht op het geheel had en heel goed kon verwoorden waar het team stond in het proces. Met wel een paar vragen over hoe er nog meer geïnvesteerd kon worden in bijvoorbeeld nieuwe manieren om leerlingen ook te kunnen volgen in hun ontwikkeling. En hoe een team daar zelf keuzes in kan maken, als we budget slim aanwenden. Fijn om daar een paar mogelijkheden in uit te kunnen wisselen. Wat een energie zat er in dit team. Een kado voor leerlingen, maar ook voor mij als bezoeker.

Wat als we allemaal gewoon zelf aan de slag gingen? Onszelf de vraag stellen waar we warm voor lopen en dat morgen onderzoeken op praktische mogelijkheden? Een wake-up call. Wat is jouw persoonlijke visie op leren? Als je het antwoord op de vraag wat er voor jou persoonlijk toe doet even niet meer weet. Of als mensen waarmee of waarvoor je werkt, niet precies weten waar jij voor staat. Of denken dat je hen niet in beeld heb. Gewoon doen, naar die school toe en in die groepen kijken. Om te zien wat zij iedere dag 'gewoon doen'. Met hart en ziel en veel lerend vermogen. Trots op deze school en leerkrachten. #hiergraagmeervan