Titel:
#bestuurlijk dilemma: van wie is deze school?
Woensdagavond 21 februari was ik bij De Binnenstad, een
bijzondere school middenin (uiteraard) Arnhem. De school is bijzonder dankzij
een enorme betrokkenheid. De betrokkenheid van ouders bij de historie, visie en
sfeer van de school. De betrokkenheid van de leerkrachten bij kinderen. Op deze
school is wie je bent en wat je doet niet uit elkaar te halen. Mogelijk komt
het doordat een behoorlijk aantal ouders van de ze school ondernemer of
kunstenaar zijn. Wie je bent en wat je wilt zijn en hoe je doet zit vallen hier
samen. Ik hou er van.
Betrokkenheid op zich is niet uniek. En zelfs
deze specifieke vorm van betrokkenheid niet. Het is echter wel bijzonder dat
die enorme betrokkenheid bij de Binnenstad nu juist lijkt te zorgen voor een
dilemma en de vraag; Van wie is de school nou eigenlijk? Ik wil jullie graag
meenemen in wat er gebeurde.
Prachtige mensen met het hart op de
juiste plek
Juist in deze omgeving, waar ik zo van hou,
belandde ik in een bestuurlijk dilemma. Er ontstonden namelijk wat barsten in
de gouden reputatie van de school. Al een aantal jaren was zichtbaar dat het
leren van kinderen beter kon. We wisten niet helemaal zeker of het lezen,
schrijven en rekenen van alle kinderen goed genoeg gaat. Wat we wel wisten, was
dat kinderen er graag naar school gaan. Wat we ook wisten was dat de
leerkrachten prachtige mensen zijn, met het hart op de juiste plek.
We moesten dus andere wegen bewandelen. Die
andere wegen leverden verbeteringen op, maar niet de inhaalslag die we nodig
hadden. Dat gaf niet. Een inhaalslag kost tijd. Het gaat immers over mensen en
niet over koekjes. De kinderen gingen nog steeds met plezier naar school.
Een nieuwe directeur met een nieuwe
opdracht
Toen ging de directeur met pensioen. De
verbindende factor in het team en de community van de school. Er moest een
nieuwe directeur komen, die gelijk de opdracht kreeg om de verbeterslag op het
gebied van rekenen, taal en schrijven alsnog te realiseren. Er was alleen
inmiddels erg weinig tijd om dit voor elkaar te krijgen. Want ook de inspectie
was nu van mening dat het leren van de kinderen beter kon en anders aangepakt
moest worden.
De nieuwe directeur, een gedreven mens met
veel kennis en wat minder ervaring, ging aan de slag met deze opdracht. Ze beet
zich vast, maakte analyses van de ontwikkeling en vertelde het team wat er in
haar ogen nodig was. Ze onderbouwde alles met kennis. Maar haar acties vielen
niet goed bij de rest van het team en de ouders. Het ging ze te hard en te ver.
De directeur, de teamleden, ouders. Het werkte niet, er was en ontstond geen
samen. Het werd een drama, dat ook nog eens in geuren en kleuren in de pers
werd uitgemeten.
Zo kan het dus ook gaan. Als wat je doet en
wie je bent hetzelfde zijn. Wie ben je dan als je dingen zegt, die pijn doen en
de ander niet aanstaan?
Te vuur en te zwaard bemoeien
Op diezelfde woensdagavond heeft de directeur de ouders
verteld dat ze stopt, aan het einde van het schooljaar. Ze wil graag dat het
gesprek in de school en op het schoolplein weer over de kinderen gaat en niet
langer over haar. Ze wil dat het team de school met een nieuwe directeur verder
kan opbouwen. Met plezier en in een goede sfeer.
Ook dat komt vaker voor. Maar dit is de
eerste school waarbij ik hierdoor met ouders in discussie beland ben. Eigenlijk
over van wie de school is. En over wat kwaliteit van onderwijs is. Meestal moet
ik te vuur en te zwaard uitleggen wat we allemaal doen om het leren van de kinderen
te verbeteren met het team.
Maar hier moest ik juist verantwoorden over
waarom we er ons zo ingrijpend mee bemoeid hadden. Dat we het verkeerd
hadden aangepakt, want het was ten koste gegaan van de sfeer. Ze herkenden de
school echt niet meer. En ze zagen dat het niet goed ging met de leerkrachten.
En dat is ook waar en ongelofelijk pijnlijk. Ik kreeg er het beeld bij, van een
vastgelopen schip. Met alle ontreddering die er bij hoort. Als bestuurder en
als mens voel ik me verscheurd tussen de verschillende behoeftes van alle betrokkenen.
De verwachtingen over wat er moet gebeuren vallen niet meer bij elkaar te brengen en veroorzaken frustratie. Er lijken alleen nog verliezers te zijn.
Het bestuurlijke dilemma dat is ontstaan zit
hem voor mij in de vraag van wie de school precies is. Is de school van de
ouders, zelfs als kinderen niet genoeg leren? Is die van het team, of van de
directeur? Of van het bestuur?
Ik wil verantwoordelijk zijn voor
kinderen die leren
Die avond kwam ik eindelijk uit het
dilemma, doordat één van de ouders opnieuw de vraag stelde wat het bestuur hier
toch allemaal van vond. En ik mezelf publiekelijk de vraag kon stellen: waar
kan en wil ik verantwoordelijk voor zijn? Het antwoord is dat ik
verantwoordelijk wil zijn voor kinderen die leren. En voor bewust gemaakte en
verantwoorde keuzes om dat te bereiken. Niet meer, maar ook absoluut niet voor
minder. Daar is mijn grens. En daar ga ik niet over heen.
Het is mij volstrekt duidelijk dat een school
alleen kan bestaan als ouders vertrouwen hebben in de school. En ik snap dat
niemand dat af kan dwingen. Dat iedere vader en moeder daar zijn eigen keuzes
moet maken. Maar dat, door mijn bril gezien, we samen de kans hebben nu de weg
omhoog in te zetten. Alle ingrediënten zijn aanwezig als we dat samen doen. Met
respect voor ieders rol en bijdrage. Die niet identiek is, maar wel allemaal
even belangrijk voor het kind en de mensen die dat moeten doen.
Vertrouwen in elkaar
Toen ik aan het einde van de avond om me heen
keek stonden er zo'n dertig ouders, letterlijk om ons heen. Ze vroegen wat ze
bij konden dragen. Omdat ze vertrouwen hebben in hun kind, de school, elkaar en
ons. Ik hoop vurig dat het genoeg is om een doorstart te maken. Voor de
kinderen en het team. We varen weer.
#mooiwerk #somsmoeilijkwerk