donderdag 2 mei 2019

Leiderschapsontwikkeling #veiligheid


Leiderschapsontwikkeling #veiligheid

Zoals altijd krijgt ontwikkeling een boost als je uit je comfortzone stapt. Dat geldt ook voor mij, toen ik koos voor een nieuwe opdracht. 

Ik had dus zeker gerekend op wat nieuwe dilemma’s, een andere cultuur of formelere verhoudingen. En ik wist dat ik opnieuw relaties op moest bouwen in mijn veranderde speelveld. Toch zag ik niet aankomen dat mijn eigen leiderschapsontwikkeling zou gaan over het dealen met veiligheid.

Veiligheid is namelijk een onderwerp dat ik al een aantal keren was tegengekomen. In mijn persoonlijke ervaringen. Maar ook als een woord dat professionals in het onderwijs met enige regelmaat voor van alles gebruiken. Veiligheid die nodig is voor de leerling, bijvoorbeeld. Om tot ontwikkeling te kunnen komen is veiligheid immers een essentiële voorwaarde. 

Veiligheid op het plein en in de klas, wat meestal oplosbaar bleek door gedrag en communicatie te veranderen. Veiligheid in het contact met ouders, die soms letterlijk de strijd met je willen aanbinden. Of veiligheid in een team, zodat je je durft en kunt ontwikkelen. Vaak was het zo, dat met het bespreekbaar maken van de situatie de veiligheid al met sprongen verbeterde.

Dit keer is er meer werk aan de winkel. Niet omdat ik in een organisatie ben gestapt waarin op dit moment veel gedoe is. Of vijandigheid bestaat onderling. In tegendeel, ik ontmoet bijna uitsluitend aardige en betrokken mensen, die graag aan de slag willen. Toch was het aanvankelijk in deze organisatie niet veilig. Niet veilig om zelf beslissingen te nemen, je eigen stem te laten horen of buiten de lijntjes te kleuren.

Al die dingen waar ik zelf zo van hou en een ander dus gun. Leiding geven aan een organisatie die iets anders nodig heeft dan waar jij zelf goed op draait. Hoe doe je dat? En hoe bouw je op, zonder psychologische veiligheid? Gelukkig kon ik ergens op terugvallen. Zijn er mensen om mij heen die meedenken en helpen. En zo ervaar ik dat ik mag en kan bijleren.

Ik leerde dat onveiligheid kan ontstaan door lang en hard te moeten werken om een crisis het hoofd te bieden. Sommige mensen waren gewend geraakt aan dat beslissingen over hun hoofd heen werden genomen. Dat het er daardoor niet zoveel toe deed wat je er zelf van vond. En dan laat je het wel om publiekelijk buiten de lijntjes te kleuren. Stel je voor dat je er de problemen groter mee maakt. Dat wil je niet op je geweten hebben.

Ik las het boek van Van Kampen over Verwaarloosde Organisaties en trok de stoute schoenen aan. Maakte bespreekbaar in het team wat ik dacht dat er aan de hand was. Vanuit de historie en de opgebouwde gewoonte werd mij voortdurend gevraagd vanuit mijn autoriteit beslissingen te nemen. Over de kleinste dingen. Er hoefde in de meeste gevallen niet eens een uitleg bij. Zeg maar wat er moet gebeuren, dan doen we dat.

Voor sommige leiders misschien ideaal, of geen probleem. Maar voor mij wel. Ik wil dat mijn collega’s beslissen over die zaken waar zij zelf de consequenties van ervaren in hun dagelijks werk. De gewoonte om die keuzes minstens een niveau hoger te leggen dan waar ze horen, veroorzaakt afhankelijkheid. Het leidt ook niet tot betere besluitvorming of meer kwaliteit.

Dat niet iedereen de genomen besluiten begreep, hoorde ik ook tijdens mijn individuele gesprekken. De behoefte om mee te mogen denken is aan het groeien. Dat merk ik aan wat mensen bereid zijn om te delen. Er zijn ideeën, maar de verwachting dat die er toe doen mag nog sterker worden. En soms wordt het eerst toch weer stil, als we over ideeën door willen praten. Wat ik in inmiddels begrijp, door beter te luisteren en anders te kijken. Want nieuwe vragen veroorzaken soms ook angst.
Angst voor het onbekende of ongewone. Voor het risico afgewezen te worden. Voor het maken van foute keuzes of moeten zeggen dat je het nog niet precies weet. Dat vraagt om veiligheid, die overigens ook direct vergroot wordt als mensen wel die stap zetten. Mijn leiderschapsstijl van betrekken en samen optrekken wekte dus wel sympathie op, maar niet direct meer veiligheid. Ook niet nadat ik bijna letterlijk de drempel van mijn kantoor verlaagde. Veranderen kost tijd en volhouden. 

Wat werkt dan wel? Natuurlijk helpen ook de kleinere dingen. Maar de grootste verandering zie ik bij het inzetten van nieuw gedrag. Dat begint bij mijzelf. Gaf ik eerder bij weerstanden vanuit overtuiging nog iets meer gas, in deze setting laat ik dat. Het tempo moet omlaag om mensen in staat te stellen weer in te stappen.

Minder willen, maar dan wel echt goed. Daarom heb ik de stakeholders meegenomen in een eerlijk verhaal waar de organisatie staat. En ook in hoe we daar stapsgewijs verder in gaan komen. Zeker weten. Dat gaat lukken, door aan te sluiten bij waar we zijn. Op dat fundament valt namelijk te bouwen, met deze loyale en deskundige mensen. Een veel betere ondergrond dan een luchtkasteel.

Qua leiderschapsstijl besteed ik tijd aan het bespreekbaar maken van wat ik waarom besluit. Ook als er niet om wordt gevraagd. Vanuit gezag handelen, dus keuzes maken met een gedegen onderbouwing waar het complexe vraagstukken betreft. Nadat iedereen zijn zegje heeft kunnen doen. En waar we echt urgent grote risico’s lopen, directief bijsturen zodat de organisatie betrouwbaar blijft qua resultaten. En de rest leg ik steeds vaker terug in de lijn. Daar waar gevoeld wordt welk besluit nodig is, om morgen het werk goed te kunnen doen. 

Wordt het daar direct veiliger van? Nee, wel een stukje duidelijker. Voorspelbaarheid leidt zo in kleine stappen tot meer voelbare veiligheid. Gezaghebbend besluiten doet dat ook, als het ingewikkeld is. Autoritair sturen doen we alleen in of ter voorkoming van noodsituaties. Die benoemen we dan ook zo. Zo bouwen we aan een krachtiger organisatie met een veilige cultuur. 

En waar er opnieuw angst ontstaat, begrijp ik dat. Uit de comfortzone doet soms wat met je en dat mag je laten zien. Het is OK, zelfs als dat even niet zo voelt. We komen er wel als iedereen dat durft. En dan niet redden, maar helpen de onveiligheid zelf op te lossen en te bouwen. Vragen wat er van mij nodig is, om in veiligheid te kunnen samenwerken. Andere leiders aanmoedigen om dezelfde vraag te stellen. Veiligheid groeit door onveiligheid niet te laten bestaan. Ook dat is leiderschap, voor mij.

vrijdag 8 maart 2019

Mag ik een vuurtje van je? #TerugnaarSchool

Bijna een halfjaar geleden maakte ik de overstap. Terug naar school. Naar de school waar ik zelf ooit puber was. Het voortgezet onderwijs in een provinciestad. Met een volle rugzak, hoewel ditmaal geen Bosatlas en andere dikke pillen. Maar met de kennis en ervaring die ik, met vallen en opstaan, heb opgedaan sinds ik de stad verliet. Een terugkeer, niet als leerling maar als eindverantwoordelijk bestuurder. Met een missie om het onderwijs verder te brengen. En een taak om alle mensen die in de school zijn, daarbij zowel richting als ondersteuning te geven. Best een verantwoordelijkheid, die uitdaagt maar me soms ook confronteert.

Even Wellen
Na bijna een halfjaar is het tijd om even stil te staan. De school is dicht tijdens de feestdagen. De cadans van vergaderingen, gesprekken en besluitvorming is even doorbroken. Het was ook wel even nodig, want het tempo was hoog. En met een hoog tempo, raak ik soms wat van mezelf af. Uit contact met wat ik zelf nodig heb. Dat is een voorbeeld van een confrontatie, met iets wat ik Niet Wil.  Dan is een dichte school ook tijd om stil te staan en bij jezelf terug te keren. Tijd om te wellen, noemt Gertjan Nooij dit.  Geleerd van hem toen ik in Groningen studeerde en werkte. Aan Willen gaat Wellen vooraf. Jezelf tijd geven om te marineren in je situatie.  Om erachter te komen wat je echt wilt en nodig hebt. Wat de organisatie wil. Er is rust en veiligheid nodig om te wellen. Het tempo moet eruit om er achter te komen wat er echt toe doet. Waar gaat het echt om in de school van nu en het onderwijs van morgen? Hoe maken we daar tijd voor?

Bezieling
Wat me opvalt in het onderwijs van nu, is de mate waarin we druk zijn met processen en procedures. Met PTA's en CE en SE. Met vereveningspercentages en bandbreedtes om binnen te blijven. En natuurlijk zijn die van groot belang. Anders wordt het een janboel of heerst willekeur. Dat wil niemand en ik zeker niet. Toch is het soms ook nodig om uit de bandbreedte te stappen. Om dagelijkse betekenis aan die zaken te geven op een manier die de kern van ons werk raakt. Het begeleiden van jonge mensen, in een ontzettend belangrijke periode in hun leven. Dat is werk met een passie en vraagt bewuste ontwikkeling. De vlam van de passie voor het vak brandt in deze school. Soms is het een waakvlam geworden. En op andere plekken is het vuur van de bezieling huizenhoog. Zo hoog, dat de rest van de school zich er aan kan warmen, zonder zelf uit de comfortzone te hoeven komen. Wie bij deze school hoort, wil er blijven. Ook als je zelf even niet de kar kunt of wilt trekken. En dat mag.

Dit DNA
Dat geldt ook voor veel leerlingen. Het heeft me geraakt. Hoe er op deze school gewerkt en gezocht wordt naar mogelijkheden om iedere leerling een passende plek te vinden. Ik durf te zeggen dat het een van de meest inclusieve scholen in zijn soort is. Iedereen hoort er bij. Het is een plek van mensen bij wie ik bij wil horen. Ik heb op verschillende plekken met ontzettend veel plezier gewerkt en prachtige dingen mogen doen. Maar hier wil ik nu zijn. Niet omdat het er perfect is, maar omdat ik me thuis voel bij dit DNA. Ik zie uit naar de komende periode waarin ik daar nog gerichter een bijdrage aan kan leveren. De school van nu zijn en nog meer worden. Ik weet dat dan kan, als we het samen doen.

Mijn missie
Dat hangt ook met mijn eigen missie samen. Ik wil graag werken aan onderwijs dat zorgt dat ieder jong mens zijn eigen plek in onze samenleving kan vinden. Zichzelf goed kent en zich kan redden door wat hij heeft geleerd en ervaren. Voor zichzelf en zijn omgeving leert te zorgen. Die missie is al ontstaan tijdens mijn eigen schooltijd. Maar vooral ook toen ik zag dat niet alle jonge mensen die ik daarna op mijn pad kreeg, dat zonder hulp gedaan kregen. Vastliepen in goedbedoelde processen en procedures. Of van de radar raakten, omdat ze begeleid werden door mensen die teveel op de waakvlam hun werk deden.

Leiderschap
Onderwijs dat zorgt dat ieder mens zijn rol kan nemen. Dat vraagt leiderschap. Niet te verwarren met management. Natuurlijk moet het onderwijs ook goed georganiseerd zijn. Maar het vraagt vooral dat je weet waarom je daar leiding aan wilt geven. En daarbij jezelf mee brengt. Best spannend is dat. Ik heb het verschil tussen managen en leiderschap ervaren. En ik vind daardoor dat het onderwijs leiders vraagt die zichzelf ook laten zien. Zodat de leerling en collega's dat ook kunnen doen. En een onderbouwde mening hebben over wat goed onderwijs is. Een vak dat je actief moet kunnen en willen onderhouden. Jezelf beter willen maken, iedere dag. Laten we meer tijd maken om het daar weer met alle betrokkenen over te hebben. Daar wil ik voor gaan, nu ik goed geweld heb.

Mag ik een vuurtje?
Ik hoop dat 2019 een mooi onderwijsjaar mag worden, voor ons allemaal. Laten we elkaar om een vuurtje vragen, als we het even niet meer weten. Het vuur van de passie voor ons #onderwijswerk.


donderdag 15 maart 2018

#back to school: als iedere minuut telt

Op maandag 12 maart was ik op bezoek bij basisschool Het Mozaïek, in de wijk Malburgen. Ik was er te gast omdat ik op zoek ben naar praktijkvoorbeelden van goed onderwijs. Natuurlijk wil ik dan ook graag een kijkje nemen op onze excellente school. In een wijk, waar leren meestal niet vanzelf gaat. Omdat de kinderen uit heel veel verschillende landen komen, is er veel aandacht voor hun taalontwikkeling. In de aanloop naar deze dag,  kreeg ik een agenda in mijn mailbox. De agenda beschreef wat ik die ochtend allemaal te zien zou krijgen. Al lezend werden - op 5 minuten scherp -  mijn groepsbezoeken en pendelen tussen de twee locaties van de school zichtbaar. Het riep bij mij het gevoel op dat er niet alleen grondig over nagedacht was. Maar ook dat op deze school blijkbaar iedere minuut telt.



Even bedenken in je hoofd bij de kleuters
Na een hartelijke ontvangst aan de Eimersingel door locatieleider Alfred liep ik met juf Rianne mee naar haar groep. Ik was benieuwd hoe haar interactie en werkwijze met deze kleuters zou zijn. Iedere bestuurder weet dat er warme pleitbezorgers zijn van het 'gewoon' laten spelen van kinderen. Vanuit de gedachte dat het dan meestal ook wel goed komt. In deze school heerst een andere opvatting. Namelijk dat het spelen ook doelgericht moet plaatsvinden om tot ontwikkeling te komen. De persoonlijke verbinding tussen leerkracht en kind werd direct en oprecht gemaakt, terwijl ieder kind op zijn stoeltje in de kring gingen zitten. Toen alle ouders waren vertrokken, begon juf Rianne met het spelenderwijs oefenen van de dagen van de week. Ze besprak ook de nieuwe woorden die de kinderen vandaag gingen leren. Daarna was ik getuige van een semantiseringsverhaal. Wat dat is? Dat de nieuwe woorden eerst aangereikt worden in klank en beeld, ondersteund door plaatjes. En daarna geoefend worden zodat ze betekenis krijgen. In dit geval doordat de kleuters boodschappen gingen doen in de mini-supermarkt die was ingericht in het lokaal. De kinderen genoten zichtbaar. Van het aandoen van de jas van de supermarkt-meneer. Tot het zijn van de klant achter het boodschappenkarretje. Ze gingen zo op in hun spel, dat de andere kinderen steeds verder in de speelhoek van de supermarkt kwamen zitten. In de Mix en Ruil kregen alle kinderen ook een opdracht. Die begon met de vraag: bedenk even in je hoofd: wat kan je aan je kringmaatje vragen? En zo vroegen deze kleuters elkaar om een pak macaroni of ruilden die tegen een pot appelmoes. Twaalf nieuwe woorden; iedereen was trots en gaf elkaar complimenten.


Zet je luisterhouding aan in groep 4
Snel pendelend naar de Zwanebloemlaan, belandde ik om 9.15 in de groep bij juf Lieke. Juf Lieke deed die dag iets nieuws met de kinderen. Ze vertelde een verhaal over een meisje, waarbij ze de kinderen leerde een goede samenvatting te maken. Dat gebeurde aanvankelijk door hen plaatjes te laten tekenen over een stukje van het verhaal. Juf Lieke las het verhaal met veel expressie en ondersteunende gebaren voor. Maar niet nadat ze de kinderen had gevraagd: 'zet je luisterhouding aan'. Het werd al snel duidelijk dat deze kinderen in de les ervoor nieuwe woorden en begrippen hadden geleerd. Zoals 'de lens' en 'naar het vogeltje kijken', bij de fotograaf. Juf Lieke legde uit dat het maken van een samenvatting betekent dat je onthoudt wie, wat, waar en wanneer gebeurt. En waarom het belangrijk is dat je dat leert. Ondertussen liep ze rond en maakte met een Ipad live-beelden van een tekening van een van de kinderen. Die verscheen dan op het digi-bord zodat alle kinderen het konden zien. In tweede instantie maakten de kinderen niet alleen een plaatje van het verhaal. Ze gebruikten ook de nieuwe woorden om te vertellen wat ze hadden onthouden over wie, wat, waar en wanneer. Het meisje naast me was niet alleen heel serieus bezig, ze vertelde ook enthousiast over wat ze aan het doen was. Ik hoorde later, dat ze nog niet zo heel lang in Nederland is. Ze was heel enthousiast dat haar groepje 's middags een opdracht moest uitvoeren. Een selfie maken, waar je helemaal op staat, zonder dat iemand je helpt. Net zoals het meisje in het verhaal. Hoe doe je dat? De leerlingen gingen er volop met elkaar over in overleg. 


Waarom doen we deze bordsommen?
Alweer was het tijd en ging ik naar de volgende groep. Dit was groep 7 van juf Manou. Juf Manou was aan het rekenen met de kinderen. Er werden bordsommen gemaakt. Over procenten. Ze deed op het digibord voor hoe je procenten uitrekent. Bijvoorbeeld om te weten hoeveel korting je krijgt als je nieuwe laarzen koopt. Juf Manou deed ook veel met haar stem in deze toch best wel grote groep. Ging ze harder praten, zodat iedereen haar hoorde? In tegendeel, ze fluisterde soms bijna. Alle kinderen waren stil en sommigen leunden voorover om haar te verstaan. 'Waarom doen we deze bordsommen?' vroeg juf Manou aan de groep. Omdat dat beter is voor onze chunks, luidde het antwoord. En omdat juf Manon natuurlijk niet wist wat chunks zijn, legde een van de kinderen het aan mij uit. Dat als je vaak oefent, de procenten in je lange termijn geheugen komen. Zodat je ze niet meer vergeet. Het tempo in de groep was echt hoog, de snelheid van werken van de kinderen ook. Ze hadden weinig denktijd nodig. Dat komt vast door die chunks, dacht ik nog. De kinderen evalueerden met elkaar en met juf Manou hun eigen werkhouding aan het einde van de rekenles. En ook dat verliep gestructureerd en geoefend. De leerlingen bleken in staat om aan te geven waar ze in hun leerproces zaten, door te wijzen op hun plek het plaatje van de learning pit. Oftewel: 'Ik snap het bijna, als ik nog even verder oefen'.
                                                                                                                                                                                                                         
                                                                                                                                                                                             
Als iedere minuut telt
In de nabespreking gaf ik de leerkrachten terug dat ik zo onder de indruk was van de betrokkenheid van kinderen bij elkaar, bij de leerkracht en bij hun eigen leerproces. Hoeveel er geleerd werd, afgestemd op de leeftijd van de kinderen. En dat me opviel hoe hoog het tempo was. Ik bekende, dat ik me afgevraagd had of bij deze school echt iedere minuut telt. Dat klopte wel, elke beschikbare minuut is van belang voor de kansengelijkheid van deze kinderen. We hadden een mooi gesprek over hoe we daar samen nog meer in kunnen doen, voor de leerkrachten. Maar dat komt in een ander verhaal. Dank jullie wel, collega's van het Mozaïek. Het was een feestje jullie in actie te zien.


dinsdag 27 februari 2018

#bestuurlijk dilemma: van wie is deze school?


Titel: #bestuurlijk dilemma: van wie is deze school?

Woensdagavond 21 februari was ik bij De Binnenstad, een bijzondere school middenin (uiteraard) Arnhem. De school is bijzonder dankzij een enorme betrokkenheid. De betrokkenheid van ouders bij de historie, visie en sfeer van de school. De betrokkenheid van de leerkrachten bij kinderen. Op deze school is wie je bent en wat je doet niet uit elkaar te halen. Mogelijk komt het doordat een behoorlijk aantal ouders van de ze school ondernemer of kunstenaar zijn. Wie je bent en wat je wilt zijn en hoe je doet zit vallen hier samen. Ik hou er van. 

Betrokkenheid op zich is niet uniek. En zelfs deze specifieke vorm van betrokkenheid niet. Het is echter wel bijzonder dat die enorme betrokkenheid bij de Binnenstad nu juist lijkt te zorgen voor een dilemma en de vraag; Van wie is de school nou eigenlijk? Ik wil jullie graag meenemen in wat er gebeurde.

Prachtige mensen met het hart op de juiste plek


Juist in deze omgeving, waar ik zo van hou, belandde ik in een bestuurlijk dilemma. Er ontstonden namelijk wat barsten in de gouden reputatie van de school. Al een aantal jaren was zichtbaar dat het leren van kinderen beter kon. We wisten niet helemaal zeker of het lezen, schrijven en rekenen van alle kinderen goed genoeg gaat. Wat we wel wisten, was dat kinderen er graag naar school gaan. Wat we ook wisten was dat de leerkrachten prachtige mensen zijn, met het hart op de juiste plek.

We moesten dus andere wegen bewandelen. Die andere wegen leverden verbeteringen op, maar niet de inhaalslag die we nodig hadden. Dat gaf niet. Een inhaalslag kost tijd. Het gaat immers over mensen en niet over koekjes. De kinderen gingen nog steeds met plezier naar school.

Een nieuwe directeur met een nieuwe opdracht


Toen ging de directeur met pensioen. De verbindende factor in het team en de community van de school. Er moest een nieuwe directeur komen, die gelijk de opdracht kreeg om de verbeterslag op het gebied van rekenen, taal en schrijven alsnog te realiseren. Er was alleen inmiddels erg weinig tijd om dit voor elkaar te krijgen. Want ook de inspectie was nu van mening dat het leren van de kinderen beter kon en anders aangepakt moest worden.

De nieuwe directeur, een gedreven mens met veel kennis en wat minder ervaring, ging aan de slag met deze opdracht. Ze beet zich vast, maakte analyses van de ontwikkeling en vertelde het team wat er in haar ogen nodig was. Ze onderbouwde alles met kennis. Maar haar acties vielen niet goed bij de rest van het team en de ouders. Het ging ze te hard en te ver. De directeur, de teamleden, ouders. Het werkte niet, er was en ontstond geen samen. Het werd een drama, dat ook nog eens in geuren en kleuren in de pers werd uitgemeten.

Zo kan het dus ook gaan. Als wat je doet en wie je bent hetzelfde zijn. Wie ben je dan als je dingen zegt, die pijn doen en de ander niet aanstaan?

Te vuur en te zwaard bemoeien


Op diezelfde woensdagavond heeft de directeur de ouders verteld dat ze stopt, aan het einde van het schooljaar. Ze wil graag dat het gesprek in de school en op het schoolplein weer over de kinderen gaat en niet langer over haar. Ze wil dat het team de school met een nieuwe directeur verder kan opbouwen. Met plezier en in een goede sfeer.

Ook dat komt vaker voor. Maar dit is de eerste school waarbij ik hierdoor met ouders in discussie beland ben. Eigenlijk over van wie de school is. En over wat kwaliteit van onderwijs is. Meestal moet ik te vuur en te zwaard uitleggen wat we allemaal doen om het leren van de kinderen te verbeteren met het team.

Maar hier moest ik juist verantwoorden over waarom we er ons zo ingrijpend mee bemoeid hadden.  Dat we het verkeerd hadden aangepakt, want het was ten koste gegaan van de sfeer. Ze herkenden de school echt niet meer. En ze zagen dat het niet goed ging met de leerkrachten. En dat is ook waar en ongelofelijk pijnlijk. Ik kreeg er het beeld bij, van een vastgelopen schip. Met alle ontreddering die er bij hoort. Als bestuurder en als mens voel ik me verscheurd tussen de verschillende behoeftes van alle betrokkenen. De verwachtingen over wat er moet gebeuren vallen niet meer bij elkaar te brengen en veroorzaken frustratie. Er lijken alleen nog verliezers te zijn.

Het bestuurlijke dilemma dat is ontstaan zit hem voor mij in de vraag van wie de school precies is. Is de school van de ouders, zelfs als kinderen niet genoeg leren? Is die van het team, of van de directeur? Of van het bestuur?

Ik wil verantwoordelijk zijn voor kinderen die leren


Die avond kwam ik eindelijk uit het dilemma, doordat één van de ouders opnieuw de vraag stelde wat het bestuur hier toch allemaal van vond. En ik mezelf publiekelijk de vraag kon stellen: waar kan en wil ik verantwoordelijk voor zijn? Het antwoord is dat ik verantwoordelijk wil zijn voor kinderen die leren. En voor bewust gemaakte en verantwoorde keuzes om dat te bereiken. Niet meer, maar ook absoluut niet voor minder. Daar is mijn grens. En daar ga ik niet over heen.

Het is mij volstrekt duidelijk dat een school alleen kan bestaan als ouders vertrouwen hebben in de school. En ik snap dat niemand dat af kan dwingen. Dat iedere vader en moeder daar zijn eigen keuzes moet maken. Maar dat, door mijn bril gezien, we samen de kans hebben nu de weg omhoog in te zetten. Alle ingrediënten zijn aanwezig als we dat samen doen. Met respect voor ieders rol en bijdrage. Die niet identiek is, maar wel allemaal even belangrijk voor het kind en de mensen die dat moeten doen.

Vertrouwen in elkaar 


Toen ik aan het einde van de avond om me heen keek stonden er zo'n dertig ouders, letterlijk om ons heen. Ze vroegen wat ze bij konden dragen. Omdat ze vertrouwen hebben in hun kind, de school, elkaar en ons. Ik hoop vurig dat het genoeg is om een doorstart te maken. Voor de kinderen en het team. We varen weer. 

#mooiwerk #somsmoeilijkwerk

maandag 8 januari 2018

#back to school: een ik-rapport

Tijd voor een volgende #backtoschool voor mij. Het werd een schoolbezoek aan het Klinket, in de wijk Rijkerswoerd.  Ook deze keer had ik gevraagd of ik alsjeblieft te gast mocht zijn zonder een voor mij opgeleukt programma. Dat mocht, zei directeur Loes. Maar dan wel rondgeleid door kinderen van de school. Er bleek een heel overleg te hebben plaatsgevonden welke kinderen dat gingen doen. Ik werd op de begane grond rondgeleid door kinderen uit de Leerlingenraad. Zij vertelden mij welke rol deze raad heeft in de school. De bedoeling is dat de Leerlingraad actief betrokken wordt bij alle belangrijke beslissingen. Heel belangrijk vonden ze om aan mij te laten zien hoe ze meegedaan hadden aan het maken van een plan voor het schoolplein. Uit hoe ze konden vertellen over de verschillende aspecten van het plein, zoals de plek voor de buitenles en de plek om te chillen, kon ik opmaken dat het ook echt hun nieuwe plein geworden was. Ze hadden ook gezegd wat zij beter vonden voor de kleuters en hoe de bovenbouw graag de pauze wilde doorbrengen. Met ruimte om te rennen, gelukkig. En veel meer groen.




Onderweg in de school kwamen we ook op een trap waar op elke trede een tekst stond. Ook hier kwam het verhaal hoe alle leerlingen teksten hadden gemaakt en die hadden ingeleverd. En dat daarna alle teksten met hen waren bekeken en samen bepaald was welke er 'voor eeuwig' op de trap mochten verschijnen. Er was een verhaal bij alles, teksten waren intenties met betekenis geworden voor hen. En de nieuwe leesboeken van de school hadden ze ook zelf uit mogen kiezen in de bieb. Daar waren ze wel heel erg trots op. Net toen ik dacht dat ik misschien wel een uitzonderlijk betrokken groepje leerlingen te pakken had, vond er een wissel in de begeleiding plaats. Een groepje bovenbouw leerlingen nam het over. Ook hier hele zelfbewuste leerlingen. Een van de jongens kon me uitleggen waarom de nieuwe leesmethode voor hem als leerling met dyslexie veel beter was dan de vorige. Of hoe je er sowieso veel meer van leerde en dat het gelukkig veel moderner was. En ik vroeg er niet eens naar, dat vond hij zelf belangrijk om me te vertellen. Een van de anderen maakte een heel punt van mij te laten zien hoeveel toiletten er waren en waar de pantry was. Ook heel belangrijk.

Als klap op de vuurpijl eindigde mijn rondleiding bij hun eigen lokaal. Waar de meester net bezig was met de afronding van de les. Net voor de kerstvakantie, altijd een bijzondere tijd om aan de ene kant nog wat zinvolle dingen te doen en tegelijkertijd rekening te houden met de onrust die er soms door de school gaat. Een van de leerlingen wilde mijn zijn IK-rapport laten zien. Voor mij de eerste keer dat ik zo'n rapport - mét persoonlijke toelichting - te zien kreeg. Het bleek een rapport te zijn waarop hij zelf aan kon geven hoe hij naar zijn eigen ontwikkeling keek. Hij vertelde, dat hij zichzelf op het aspect 'ik werk netjes' wat minder ingekleurde vakjes had gegeven. Als reden gaf hij op dat zijn handschrift zo slordig was. Waarop zijn klasgenoot zei: dat valt best mee. 'Je schrijft alleen slordig als je het onderwerp saai vindt'. 'Dat is ook wel weer waar', zei hij. Ondertussen maakten een aantal meisjes het planbord voor morgen klaar. Ze schoven enthousiast de kaartjes met de verschillende taken en lessen in de goede volgorde voor de dag erna. Daarna pas naar huis. De leerkracht gaf aan dat de kinderen zelf bedacht hadden om dit elke dag even te doen. Ze hadden er duidelijk plezier in.

Deze school maakte vooral indruk op me door de betrokkenheid van kinderen, het zelfbewustzijn waarmee kinderen met leren en ontwikkelen bezig zijn. Toen ik in de teamkamer nog even napraatte met het team over de opgedane indrukken, werd mij duidelijk dat dit team daar zelf ook een actieve houding in voorleeft. In deze setting werd ik nog even kritisch bevraagd over de stakingen en mijn kijk op werkdruk. Er ontstond een inhoudelijk gesprek. Over ontwikkelen en over keuzes maken. Over hoe ze juist het afgelopen jaar bezig geweest waren de betrokkenheid van leerlingen bij hun eigen leren te vergroten.

Dank jullie wel, team van het Klinket. Het was inspirerend even bij jullie op bezoek te zijn. #hiergraagmeervan #trots

maandag 13 november 2017

lesgeven in de stad die nooit slaapt

We zijn terug van een intensieve en inspirerende studiereis. Met een geweldige groep leerkrachten, ondersteuners en directeuren op bezoek geweest bij zogenaamde Essential Schools in Boston en New York. Scholen die zoveel mogelijk alle kinderen die aankloppen een passend aanbod doen. Juist omdat er verschillen in kansen en mogelijkheden tussen kinderen zijn, gelijkwaardigheid (equity) nastreven. Op deze scholen doen ze dat vanuit de Essentials, zogenaamde kernwaarden. Dat levert interessante keuzes op zoals een minder breed, maar veel dieper onderwijsprogramma waarin leerlingen zichtbaar betrokken met hun eigen leren bezig zijn. Kinderen die zo in hun werk en activiteiten zitten, dat het er vanaf spat.



Onder de indruk was ik onder andere op Mission Hill public school. Ik hoorde een zesjarig meisje aan haar groep en aan haar leerkracht uitleggen wat het betekent als je 'confident' bent. En hoe dat dan voelt. Dat kwam er schijnbaar 'zomaar' uit, toen de leerkracht vroeg naar een plaat, een illustratie bij een verhaal. Die was van het boomhuis dat de jongen in het verhaal had gebouwd. Op H.W. Parker Charter Essential School kon een meisje van 15 ons uitstekend uitleggen, aan de hand van haar portfolio, wat ze ontdekt had over haar manier van leren. Dat ze leerde, na een goede instructie van haar docent, door te onderzoeken en praktisch te doen. Geen sneu verhaal over hoe ze helaas niet in staat was naar de universiteit te gaan, maar een eigen plan over wat ze wilde worden door met haar handen en hoofd te werken. Ze blies ons omver met haar zelfkennis en gevonden kracht.


Van de allerkleintjes op Castle Bridge School, waar de leerkrachten door middel van co-teaching inclusief onderwijs verzorgen. Tot de leerlingen van Boston Arts College die soms letterlijk van de straat op een podium komen te staan. En de hele ouderpopulatie die de school draagt. Een kans voor je kind om iets van zichzelf te maken in een omgeving waar je niets kado krijgt. Met leerkrachten die hun vak zo goed verstaan, dat de ontwikkeling van de kinderen uitstekend is. We hebben genoten en ontzettend veel geleerd. De kinderen gelukkig ook. En dat is in een land waar vooral het recht van de sterkste geldt, heel erg nodig.

New York is niet alleen een stad die nooit slaapt (de sirenes toeteren nog na in mijn oren) en de onbegrensde mogelijkheden. Ook een stad van extreme uitersten. Geen middenklasse, want die is totaal verdwenen. Arm, heel arm of rijk tot heel heel rijk. Niks ertussen. Mensen die hopen dat het beter wordt, of kinderen die zelf een brief schrijven aan de president om dat ook te vragen. Dappere kinderen, maar ik heb toch maar zijn naam weggehaald op de foto in deze blog.

Een stad die binnenkomt. En mij zo nu en dan ook echt afstoot. Moeite om door een chique winkelstraat te lopen, met aan de ene kant van de stoep vuilnis en aan de andere kant slapende daklozen. Op de laatste middag heb ik daarom erg genoten van Central Park. Met een gids die vol vuur vertelde hoe het zover gekomen was dat er zo’n groot park midden in de stad is. Bedoeld voor verbroedering, die ook in het Amerika van de 19e eeuw niet spontaan tot stand kwam. Romantische gedachte die smeltkroes van culturen. De huidige diversiteit is ook gewoon door hard werk en tijd tot stand gekomen en niet zomaar aan komen spoelen bij het Vrijheidsbeeld. En rond het aanwezige water (Kennedy reservoir) natuurlijk fanatiek rennende joggers in de morgen. Net als in de film. Door de jetlag de titel kwijt, vrees ik.



'Tell me your thoughts'. Op de scholen die we bezocht hebben in Amerika zijn leerkrachten meer dan goed in het stellen van echte vragen aan kinderen. En even geïnteresseerd in het antwoord van het kind. Het tempo in het luisteren en met (niet tegen) elkaar praten ligt lager en de diepgang van het leren was er veel groter. Nu we weer thuis zijn gaan we met elkaar doorpraten over hoe we in onze scholen de balans kunnen terugbrengen tussen ‘meten is weten’ en ‘less is more’. 
Mooi werk. Echt dankbaar om met zo'n grote en diverse groep een reis te kunnen maken die ons echt gaat helpen. Het was het meer dan waard. Nu de jetlag nog ;-)


donderdag 2 november 2017

#back to school: een opruimvergissing



Onlangs was ik te gast in een kleutergroep. Of eigenlijk twee. Annemarie en Jacomine leiden beiden een onderbouwgroep, maar werken ook intensief samen. Dat betekent dat de schuifwand tussen hun lokalen regelmatig open gaat. En alle kleuters spelen dan samen. Ze zijn aan het bouwen, of aan het tekenen of met elkaar aan het praten. Dat was wat ik zag, toen ik op een middag hun ruimte binnenliep. 'Oh jee, nu kom je juist op het MEEST rommelige moment', zeiden beide leerkrachten toen ik hen begroette. Maar ik vond het juist een verademing. Even met de voeten in de klei. Geen voor mij bedacht of opgeleukt programma. Gewoon twee vrouwen, die met hart en ziel met kleuters werken en daar iedere dag een gedeelde visie over in praktijk brengen.  Heerlijk om daar even wat van mee te mogen pikken. En kinderen die met zichtbaar vertrouwen en plezier bezig zijn.

Er kwam ondertussen een jongetje bij ons staan, dat zijn tekening liet zien. Annemarie zei hem: 'je hebt hard gewerkt. Ik vind dat je ook nog de mond van de spin kunt inkleuren. Kijk maar, hier is het nog wit'. Het jongetje ging weer zitten en was direct weer aan het kleuren. Hij kreeg hulp van wat andere kinderen. Rondkijkend, zag ik dat de kleuters diverse interpretaties van de spin hadden gemaakt. Vanwege de kinderboekenweek waren ze vorige week met de Gruffalo bezig geweest. En nu met het volgende griezelige ding: een grote kruisspin. Annemarie en Jacomine legden uit wat het startpunt was geweest voor deze opdracht. En lieten me het voorbeeld van de grote spin die zij met de kleuters hadden bekeken. Hun visie is dat iedere kleuter een beredeneerd aanbod krijgt waardoor het kind zich spelenderwijs, maar wel gericht, kan ontwikkelen. En inderdaad, voor ieder kind dat zich bij hen meldde, kwam een net iets andere aanwijzing om misschien nog even dit of dat te doen.

Zo werd mij al snel duidelijk dat Annemarie en Jacomine een goed zicht hebben op hun groep. En kinderen op maat weten te begeleiden en materiaal aanreiken. Erg mooi om te zien en ook bemoedigend. Het kan dus wel, differentiëren binnen de groep zonder niveaugroepen of andere structuuroplossingen. Spelen en gericht ontwikkelen tegelijk. Zonder identiek getekende spinnen, die via een strak proces allemaal in het gelid aan een touwtje in het lokaal hangen. Daar krijg ik het altijd een beetje benauwd van. Dat iedereen, inclusief leerkracht en kind hard gewerkt heeft, maar er geen ruimte is voor 'anders' of  'eigen'. Niet alleen voer voor een discussie, maar ook voor psychologen - de mijne in dit geval. Maar die kant gaan we in deze blog maar niet uit.

Want wat verder opviel, was dat ook de groep kleuters echt een groep was. Met, hoe jong de deelnemers ook zijn, verantwoordelijkheden. Toen de tijd van het vrij spelen was afgelopen moest er namelijk worden opgeruimd. Dat deden ook alle kleuters. Binnen vijf minuten was het hele lokaal spik en span. Het bracht me terug naar mijn eigen tijd als stagiaire, ooit. Waarbij ik tegen de kinderen zei: we gaan nu aan de slag. En dat ze dat vervolgens ook gewoon deden. En dat ik minstens 5 minuten verbijsterd was dat het zo simpel kon zijn.

Zo ging het hier ook. Ik heb met bewondering zitten kijken. In no-time zaten alle kinderen in de kring en bespraken hoe het spelen en opruimen was gegaan. Ze konden goed verwoorden. Wat er goed ging en wat er beter kon. Het mooiste vond ik dat ze ook zo hun eigen spelregels hadden gemaakt. Als er helemaal volgens de samen gemaakte spelregels was gespeeld en opgeruimd, hadden de kinderen gewonnen. En anders de juf. En verder hadden de kleuters zelf bedacht dat ze dan niet meer dan twee opruimvergissingen mochten maken. Een opruimvergissing? Ja, bijvoorbeeld als je weet dat de deksel op de doos met blokken moet. Maar dat je die er dan per ongeluk naast laat liggen. Dat is een opruimvergissing. 'Logisch', zei ik.

Ik heb het toen ik 's avonds thuis kwam, besproken met mijn pubers. Die wilden er natuurlijk niet meer aan en vonden mij ook veel te idealistisch. Zo ging het echt niet in hun kleuterklas. Maar ik had het toevallig wel zelf zien gebeuren vandaag, dat het wel kon. Dat leverde een mooi gesprek tijdens het eten op. En natuurlijk is ook het proces dat deze kleuters zelf met hun juf over deze werkwijzen hebben doorlopen en bedacht, de eigenlijke kern van de oplossing. Het gaat dus niet om de uitkomst an sich. Het gaat er om dat je voor de onverwachte dingen die er gaandeweg gebeuren, nieuwe woorden en afspraken bedenkt en die met elkaar deelt. Zoals opruimvergissing of kloktijd.

En nee, juf Annemarie en juf Jacomine. Ik kwam dus niet op het verkeerde, maar op een heel goed moment. Twee leerkrachten in de praktijk bezig. Die niet alleen het overzicht en de kalmte bewaren, maar dan ook nog in staat zijn om ieder kind gericht en op maat aandacht te geven. Waar het dan ook maar is in de groep. Petje af! #hiergraagmeervan